Bemoeizorg… het klinkt bijzonder en dat is het ook! Onze collega’s van TeamBZ verlenen bemoeizorg aan mensen over wie zorgen zijn, maar die zelf geen hulp vragen of aannemen. De medewerkers van TeamBZ motiveren mensen om hulp aan te nemen en helpen ze op weg naar passende hulp of zorg. Maak kennis met bemoeizorg in dit ervaringsverhaal* over een buurvrouw met een alcoholverslaving.
Op mijn 12e zijn mijn ouders gescheiden. Na de scheiding ging ik bij mijn moeder wonen en mijn broer bij mijn vader. Ook toen was er nog veel strijd tussen mijn ouders. Ik stond tussen mijn ouders in.
Ik kwam er een tijdje geleden achter dat mijn zoon Rens van 17 regelmatig blowt. Ik heb verschillende pogingen gedaan om hem te laten stoppen. Het contact tussen ons verliep echter steeds moeilijker.
Ik had een drukke baan, waarvoor ik naar alle hoeken van de wereld afreisde. Mijn vrouw en ik zijn gescheiden. Tel daar drie puberende kinderen bij op, mijn stresslevel rees de pan uit.
Door spanningen op mijn werk, merkte ik dat ik thuis een korter lontje kreeg. Mijn vrouw sprak me hier wel op aan, maar ik wuifde het weg. Na een aantal weken ging ik ook slechter slapen.
Het is geen kwestie van niet naar buiten willen of "even doorbijten". Ik kreeg akelige paniekaanvallen. Ze overkwamen me en ik had er geen invloed op. Het is alsof je geen lucht krijgt en flauwvalt.
De eerste keer dat ik alcohol dronk was tijdens een feestje bij een vriend thuis. Vanaf dat moment dronk ik tijdens het stappen een paar biertjes. Ik kwam er al op jonge leeftijd achter dat ik van alcohol mondiger werd. En rustiger tijdens momenten van stress. Ik begon steeds vaker te drinken en steeds meer. Jarenlang functioneerde ik normaal terwijl ik stevig dronk. Ik werkte aan mijn carrière.
Mijn ouders merkten vroeger al dat ik me anders gedroeg dan leeftijdsgenootjes. Ik was extreem geïnteresseerd in biologie. Met sociale contacten leggen had ik het erg moeilijk.
Toen ik 22 was kreeg ik nare gedachten, ik was niet vooruit te branden. Ik voelde me een ontzettende nietsnut en huilde heel veel. Ik snapte soms ook helemaal niets van mezelf.
Mijn man en ik waren 49 jaar samen toen hij overleed. Ik viel in een zwart gat, voelde me eenzaam. Mijn kinderen waren er voor me, maar hun aanwezigheid vulde de leegte niet op die mijn man achterliet.
Met 1000 dingen tegelijk bezig zijn, niets afmaken, geen grenzen stellen, alles zelf willen doen, verstoord dag-en nachtritme, emoties die van nul naar 100 kunnen vliegen, afspraken vergeten.
Remy is ziek. Hij heeft een psychose gehad waarvan hij nu aan het herstellen is. Hij woont daarom weer thuis. We zien zijn wereldje kleiner worden, onder andere omdat hij zich opsluit op zijn kamer.
Door een reeks nare gebeurtenissen, waaronder de onverwachte dood van mijn vader en mijn bedrijf dat niet lekker liep, werd ik depressief. Niet zomaar een dipje. Ik zag het leven niet meer zitten.
Ik ben sinds kort in behandeling voor mijn dwangstoornis. Alles wat ik bezit moet ik steeds opnieuw schoonmaken. Mijn auto, mijn huis en de meubels, mijn kleding. Het bed verschoon ik iedere dag.
Ik had het thuis niet zo fijn. We zijn nooit een hecht gezin geweest, er werd niet over gevoelens of emoties gepraat. Mijn vader was agressief en mijn moeder dronk regelmatig best veel.
Ik durfde niet meer op straat, reizen met de trein of bus maakte me angstig. Ook heb ik alweer paniekaanvallen gehad. Naar het vrijwilligerswerk dat ik doe, durfde ik niet meer. Zo werd mijn wereldje steeds kleiner.
Na mijn pensionering begon het piekeren, slecht slapen en de vraag ‘doe ik het wel goed?’ spookte constant door mijn hoofd. Toen ik nog werkte was dit allemaal niet aan de orde, mijn bedrijf draaide uitstekend. Ik deed er toe, werkte hard en voelde me gezien.
Ik bleef maar kopen. Het leek alsof de wereld zou vergaan als ik niet dat kledingstuk of die spullen kocht. Het vele bestellen leidde tot ruzies met mijn man. Toen ik kinderen kreeg, besloot ik hulp te zoeken om van mijn koopverslaving af te komen.
“Ik ben al langere tijd verslaafd. Ben ook al meerdere malen afgekickt. Dat lukte wel, maar eenmaal weer thuis in mijn eigen omgeving viel ik weer terug. Ik kwam steeds opnieuw in de verleiding, verloor dan weer mijn baan.